Recurvirostra (Kluut). Sepp en Nozeman 1770
De kluut is uniek door zijn opvallende zwart-witte verenkleed, lange poten en zijn opgewipte snavel. Hiermee zeeft hij door het slik om kleine slakjes, wormpjes en garnaaltjes te vinden. De kluut broedt in kolonies, vooral in zoute gebieden aan de kust, maar ook in het binnenland.
Deze prent komt uit 'Nederlandsche Vogelen; volgens hunne huisdouding, aert, en eigenschappen beschreeven", Amsterdam, 1770-1829 door C. Nozeman, M. Houttuyn en J.C. Sepp. Het is het belangrijkste en eerste en duurste boek over ornitologie in Nederland in die tijd. De vogels werden zoveel mogelijk op ware groote afgebeeld in een zo natuurlijk mogelijke omgeving. Het boek geeft informatie over meer dan 200 vogelsoorten.
Dit belangrijke werk is volbracht door de volgende personen: Christiaan Andreas Sepp, Jan Christiaan Sepp, Jan Sepp, Cornelis Nozeman, Martinus Houttuyn en Coenraad Jacob Temminck.
de afm. Is 37 x 57 cm.